Column: Toen en Nu, het afgelopen anderhalf jaar in Waalwijk

Deze column is geschreven door supporter Teo. Teo is te vinden op Twitter via deze link.

Het eerste seizoen van Henk Fraser in Geel & Blauw verloopt op zijn zachts gezegd stroef. Van de zestien gespeelde Eredivisie wedstrijden zijn er maar vier geëindigd in winst voor RKC, en dus bevindt RKC zich op de zestiende plaats en moet het zich zorgen maken over degradatie. Dit is een groot verschil in tegenstelling tot het laatste jaar van Joseph Oosting. De Emmenaar bracht RKC bijna naar een onverwachte Europese play-off plek en zorgde dus voor de Eredivisie overleving van de Geel-Blauwen. Dus is de vraag wat de grote verschillen tussen de twee trainers zijn, wat er bij de club is veranderd en wat er aangepast moet worden om te zorgen dat RKC een Eredivisie club blijft.  

De selectie
Je moet haast beginnen met de selectie, want hoewel het makkelijk is om alle schuld op de trainer te schuiven is de selectie net zo aanspreekbaar. Want als het over de selectie gaat heeft Fraser vooral weinig geluk gehad. Veel van sterkhouders van Oosting zijn op het zelfde moment als de succestrainer vertrokken. Het grootste gemis in de fietsenstalling is overduidelijk smaakmaker Mats Seuntjens. De eerste keuze linksbuiten was cruciaal in veel wetstrijden, en gaf in de tweedew seizoenshelft acht assists en scoorde vier goals. Naast Seuntjens vertrokken ook o.a ervaren middenvelder Vurnon Anita en rechtsbuiten Florian Jozefzoon. De twee genoemde aanvallers waren bij 21 van de 50 Waalwijkse goals betrokken, en Anita was vooral in verdedigend opzicht erg belangrijk. 

Maar uiteraard zijn er niet alleen spelers vertrokken, maar ook aangetrokken. Als je de kwaliteit van vertrokken spelers en aangetrokken spelers vergelijkt, kom je in de min uit. Kijk bijvoorbeeld naar de rechts-achter, Said Bakari verruilde de fietsenstalling voor Het Kasteel en dus was er nog maar een rechts-achter in de selectie; Julian Lelieveld. De uitverkoren vervanger van Bakari leek Raz Meir. Maar de back met Champions League ervaring heeft dit seizoen nog maar 39 minuten gespeeld en mag van de club op zoek naar een nieuwe werkgever.  

Dezelfde conclusie valt te trekken bij Manchester City huurling Filip Stevanovic  en Mats Seuntjens. Hoewel Stevanovic een goede indruk heeft achtergelaten, doet hij in kwaliteit onder aan Seuntjens. 

Filip Stevanovic vs Mats Seuntjens 

Het is duidelijk dat er iets moet veranderen aan de selectie, maar voordat we daar in duiken, kijken we eerst naar wat er tactisch is veranderd tussen Oosting en Fraser. 

Oosting vs Fraser 
Joseph Oosting begon bij RKC allereerst met een 5-3-2/2-3-5. Een verdedigend sterke maar tevens ook aanvallend kwalitatieve tactiek. De middenvelders zakken tijdens het verdedigen in, wat zorgt voor een moeilijk doordringbare verdedigende linie. 

In Oosting’s 2-3-5 was de aanvallende linie duidelijk uitgestippeld. De twee spitsen splitsten om ruimte te maken voor een opkomende middenvelder. Lutonda en Lelieveld fungeerden als vleugelaanvallers. Lutonda was de handige en bewegelijke links buiten, terwijl Lelieved de meer sterke ‘no nonsense’ back, die wel goed kon afmaken.  

Halwervege het seizoen verruilde Oosting de 5-3-2 voor een 4-2-3-1,4-4-2/2-2-5. Redelijk verdedigend stabiel, minder dan de 5-3-2 maar stabiel genoeg. Aanvallend misschien beter dan de vorige verdedigend ingestelde opstelling, middenvelders hadden meer vrijheid om naar voren te gaan en aanvallers hadden ook minder tactische discipline. 

Genoeg hebbende gezegd over Oosting is het nu tijd om te kijken naar de huidige trainer Henk Fraser. Verdedigend speelt Fraser een ‘simpele 4-3-3’, Roemeratoe is de meet verdedigende middenvelder. Roemeratoe zakt het vaakst door tot aan de verdediging en vormt zo een vijf mans defensie. De buiten spelers zakken ook in om zo veel mogelijk ondersteuning te bieden. 

Fraser heeft vaker al geëxperimenteerd met zijn opstelling, zo speelde hij tegen Volendam met een 5-3-2, maar keerde de weer er na terug naar een versie van de 4-3-3 en bleef hier dan ook bij.  

Maar welke conclusie kunnen we hier dan uit trekken? Het 5-3-2 systeem van Oosting werkte exceptioneel tegen de meeste tegenstanders, de 4-3-3 minder maar goed genoeg. Fraser heeft kennelijk ook moeite met de beste opstelling vinden en experimenteert veel. Ook zijn de problemen die Fraser heeft met de opstelling niet alleen aan hem te wijten, maar ook de ongelukkige timing van zijn komst naar Waalwijk. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *